Enzo…..


Drie maanden voordat ik als secundaire arbeidsvoorwaarde weer een nieuwe fiets mag uitzoeken verlies ik de ketting. Was al een beetje roestig. Toen ik begin december op een spekgladde weg onderuit ging schoot ‘ie eraf. De fietsenmaker zette ‘m er weer op en adviseerde: ‘Wacht maar even tot na de winter voordat je een nieuwe kettingkast laat plaatsen, al die pekel is funest’.

Dinsdagmiddag, op weg naar huis, brak ‘ie. Hij veroorzaakte al een paar dagen rare krasserige geluidjes. Extra olie mocht niet baten. Daar stond ik. Stil. Bovenaan de Amersfoortse berg. Eenmaal uitgevloekt, ontdek je op zo’n moment dat je al jaren veel te veel trapt – door de zwaartekracht zoef je moeiteloos naar beneden. De resterende 2,5 km naar de fietsenmaker moest ik te voet overbruggen.

‘Que?!!!’ roep ik vanmiddag bij het ophalen. Och, hij blonk als nieuw. Geen roest of vuil meer te bekennen. ‘Dat is dan € 189,93. Pinnen?’
‘Gaat dit echt over mijn fiets?’, vraag ik nog. Blijkbaar wel ja. Hij leest de reparaties voor: een ketting, kettingblad, shimano speed cassette, remblokken, derailleurkabel achter – compleet, en arbeidsloon. Alsof je een emmer leeggooit!

‘Maar, WHY is het zo duur? ‘Een nieuwe kettingkast, ENZO’ stond er op het bonnetje dat fietsenmaker A. invulde toen hij mijn kapotte fiets aannam. Fietsenmaker B. vulde het ENZO in als ‘en alles wat er verder nog vervangen kan/moet worden zonder even de klant over de prijs te informeren’. En ik, de klant, kon niet anders dan toegeven dat de fiets er weer mooi uitziet.

Enzo wordt vaak als betekenisloos stopwoord of tussenwerpsel gebruikt. Maar niet bij mijn fietsenmaker. Hij had pas al banden en kilometerteller vervangen. De bel doet het nog, het zadel is onslijtbaar, en de lamp brandt nog. Ik geloof dat ik de aankoop van een nieuwe fiets nog maar even uitstel, ook al beloofde de fietsenmaker dat hij mij bij de inruil zal matsen.