ERMELO | 18 januari 2018 – Ik kies voor het Marina de Wolfcentrum, een gespecialiseerd behandelcentrum voor angst- en dwangstoornissen op onze locatie Veldwijk in Ermelo. Medewerkers van GGz Centraal kijken bij elkaar in de keuken tijdens ‘de week van de ontmoeting’. Waarom? Betere samenwerking, even uit je eigen vertrouwde omgeving, meer inzicht in het werk van je collega’s, wat leer je van hen? wat kan jij hen leren?
Onderweg in de trein bedenk ik vooral wat ik vandaag allemaal níet ga zeggen. Geen woord over mijn lichte vorm van smetvrees. Want stel dat ze mij ineens aan exposure & response preventie zouden onderwerpen en ik allemaal vieze dingen moet aanraken.
Toetsenborden die ook als lunchonderligger gebruikt worden en waar etensresten aan kleven die soms niet eens van jezelf zijn omdat iemand anders even op jouw pc was ingelogd. Er stapelt zich daar en op je muis heel wat op aan viezigheid en bacillen. Hutjemutje op elkaar in een veel te warme trein staan, hoestend en proestend, de ramen beslagen omdat de frisse lucht op is. Stangen in treinen en bussen waar iedereen met z’n zweethanden aan hangt. Drukknoppen en deurgrepen. Yakkie bah!
Wie is Marina de Wolf
U2
Dwangstoornis
Wat doet de behandelaar?
Tijdens die groepstherapie wordt gekeken hoe die behoefte om constant controle te hebben over het leven afgebouwd kan worden, bijvoorbeeld door ‘exposure en response preventie’. Hierbij wordt de cliënt blootgesteld aan zijn angst. Dus bij smetvrees, als iemand overal bacillen ziet, kan gevraagd worden een deurknop aan te raken, heel stapsgewijs, om mensen zo nieuw gedrag aan te kunnen leren. Response preventie is het verhinderen van een handeling door de cliënt te vertellen dat hij/zij geen handeling mag uitvoeren. Dus niet poetsen. Geen handen wassen. Dat mag niet meer. Maar in plaats daarvan de cliënt te leren dat hij zijn angst kan verdragen, dat hij zijn dwanghandeling niet hoeft uit te voeren. Dat vergt heel veel van de cliënt omdat hij daarbij door zijn angst heen moet.
Cognitieve gedragstherapie leert de cliënt om in zichzelf een nieuwe manier te vinden om met zijn/haar klachten om te gaan.
'...dat draagt niet echt bij aan mijn herstel’
Na het bijwonen van een kort werkoverleg tussen de verpleegkundigen mag ik bij groepstherapie aanschuiven. Leuke, verbaal sterke jonge mensen die midden in het leven staan en heel vriendelijk, tolerant en behulpzaam met elkaar omgaan. Ze doorlopen een behandeltraject van 12 weken en zijn allemaal in een andere fase van dat traject.
Dionne* presenteert haar 4-wekenplan om haar angst voor een dodelijke ziekte te overwinnen. Ze streeft er o.a. naar haar dwangmatige poetsgedrag te beperken en minder vaak te douchen of schone kleding aan te trekken. Alle groepsleden hebben een andere angst of dwang, maar ze weten precies van elkaar waar hun valkuilen liggen, voornamelijk bij die constante, altijd aanwezige behoefte aan controle. ‘Als ik dit of dat maar steeds doe of denk, dan gebeurt dit of dat niet’. Het beheerst hun hele leven.
Met Sven* mag ik meekijken tijdens zijn exposure & response preventie. In opperste concentratie confronteert hij zichzelf met zijn smetvrees. De exposure bestaat uit het aanraken van deurkrukken en trapleuningen, lichtschakelaars en uiteindelijk ook de wc-deur. Sven heeft het zwaar, maar zet door. Alleen de buitenkant van de wc-deur, de binnenkant is nu nog een stap te ver. Dan door naar de koffieautomaat vol zichtbare vingerafdrukken op het display. Hij pakt een kartonnen bekertje en drukt op het cappuccino-knopje, geeft mij de cappuccino en kiest nog 2 cappuccino’s voor hemzelf en zijn begeleidster. ‘Ik mag zeker niet zeggen dat ik het extreem goor vind dat ik nu uit dat bekertje moet drinken waar jij met je wc-deur-handen aanzat?’ vraag ik hem terwijl ik een slok neem. ‘Dat mag je wel, maar dat draagt niet echt bij aan mijn herstel’ antwoordt Sven met een lach. Hij vertelt me dat zijn angsten allesverlammend zijn. Ik vind het knap hoe hij doorzet. Nu komt de response preventie: hij mag zijn handen niet wassen. Dat is zwaar te verteren, maar hij zet door.
..ineens is de controle weg..
’s Middags zit ik opnieuw in de groep. Ik mag vragen stellen. Ik vertel Dionne dat ik ook elke dag mijn haar was en schone kleren aantrek en dat ik dat heel normaal vind. ‘Het verschil tussen jou en mij is dat jij dat doet omdat je fris en schoon wilt zijn, maar dat ik denk dat ik kanker krijg als ik mijn haren niet heel vaak was, en dan heb ik het over meermaals per dag’, legt ze uit. Het woord ‘kanker’ klinkt erg broos. Tot voor kort durfde ze dat woord niet te noemen. Daphne* is nieuw. Zij is nog bezig met het schrijven van haar 4-weken plan. Ze durft ‘dat ene woord, je weet wel’ niet op te schrijven of te zeggen. Haar verpleegkundige moedigt haar aan door te zetten. Dat helpt: even later staat haar angst op papier en spreekt ze hem ook uit.
Karim* gaat vandaag als exposureopdracht zingen. Zomaar een populair liedje, samen met zijn begeleider. Daarna volgt een moment van bezinning. Karim is de hele dag aan het tellen. Alles, maar dan ook alles wordt geteld. Maar als je zingt, kun je niet tegelijkertijd tellen. Tijdens het bezinningsmoment komen emoties los, ineens is de controle weg. Dat besef is niet fijn, maar wel een stapje op de goede weg richting herstel.
Ik ben onder de indruk van de wilskracht van deze cliënten, vond het een zeer leerzame dag. En de verpleegkundigen die de groep begeleiden? Petje af voor deze zeer gedreven collega’s. Steeds weten zij de juiste snaar te raken, de vinger op de zere plek te leggen en vorderingen te realiseren door het stellen van de juiste vragen en de cliënt aan te moedigen verder te gaan en de problemen te benoemen. Soms moeten ze streng zijn, maar het samen met de cliënt succesvol behalen van de eindstreep is daarbij steeds het uitgangspunt. Met elkaar bespreken ze de vorderingen of stagnaties zodat de teamleden steeds goed voorbereid en juist geïnformeerd verder kunnen met hun cliënten.
* dit is een gefingeerde naam